muziek
Hildegard von Bingen
Als de toorn mij in brand wil steken,
dan kijk ik op naar de goedheid van God
en word ik zachter dan de lucht die met milde regen de aarde bevochtigt.
Blijdschap vervult mijn geest
als ik zie hoe de goede krachten de bovenhand krijgen.
Dan ervaar ik Gods goedheid.
Wanneer de haat mij probeert zwart te maken
kijk ik naar de barmhartigheid en het lijden van Gods zoon
en ik snuif de geur van rozen op die uit de doornen voortkomen.
Zo herken ik mijn verlosser.
Maar als de trots een toren van ijdelheid in mij wil oprichten
zonder het fundament van een stevige rots,
en als die toren alsmaar hoger moet worden dan andere torens om mij heen,
ach, wie komt mij dan te hulp?
Waar is dan mijn God, mijn Koning? (Ps 83).
Wat kan ik voor goeds doen zonder God? Niets.
En zo kijk ik op naar God die mij leven gaf
en neem mijn toevlucht tot de maagd die de hoogmoed van de oude slang vertrapte…
zo bespeur ik in de hoogte van God de zachtste deemoed
en ik word de lieflijkheid gewaar van de onuitputtelijke balsem
en verheug me op de zoetheid van God,
als ware de geur van alle kruiden.
En zo verweer ik mij ook tegen de laster
met het sterke schild van de deemoed.
Scivias 1,4,7
Als de toorn mij in brand wil steken,
dan kijk ik op naar de goedheid van God
en word ik zachter dan de lucht die met milde regen de aarde bevochtigt.
Blijdschap vervult mijn geest
als ik zie hoe de goede krachten de bovenhand krijgen.
Dan ervaar ik Gods goedheid.
Wanneer de haat mij probeert zwart te maken
kijk ik naar de barmhartigheid en het lijden van Gods zoon
en ik snuif de geur van rozen op die uit de doornen voortkomen.
Zo herken ik mijn verlosser.
Maar als de trots een toren van ijdelheid in mij wil oprichten
zonder het fundament van een stevige rots,
en als die toren alsmaar hoger moet worden dan andere torens om mij heen,
ach, wie komt mij dan te hulp?
Waar is dan mijn God, mijn Koning? (Ps 83).
Wat kan ik voor goeds doen zonder God? Niets.
En zo kijk ik op naar God die mij leven gaf
en neem mijn toevlucht tot de maagd die de hoogmoed van de oude slang vertrapte…
zo bespeur ik in de hoogte van God de zachtste deemoed
en ik word de lieflijkheid gewaar van de onuitputtelijke balsem
en verheug me op de zoetheid van God,
als ware de geur van alle kruiden.
En zo verweer ik mij ook tegen de laster
met het sterke schild van de deemoed.
Scivias 1,4,7